Wat is drukriolering en hoe werkt ze?

Ontwikkeld in de VS in de jaren ’60 werd drukriolering in de jaren ’80 in Nederland populair in gebieden waar vrij vervalriolering geen haalbare – of betaalbare – kaart bleek. De grote doorbraak voor drukriolering kwam met de uitvinding van de versnijdende centrifugale onderwaterpompen. Deze pompen waren betaalbaar, betrouwbaar en makkelijk te hanteren; bovendien konden ze onversneden afvalwater verwerken bij een hoge druk, in systemen met leidingen met een kleine diameter. Vandaag de dag is drukriolering nog steeds het populairste en meest praktische alternatief voor vrij vervalriolering, vooral in minder dichtbevolkte gebieden.

Hoe lang gaat een drukriolering mee?

De verwachte levensduur van een installatie wordt bepaald door de verwachte levensduur van de pompput en de persleiding op voorwaarde dat alle onderdelen en componenten waarvan de verwachte levensduur minder dan 40 jaar bedragen vervangbaar zijn (via het mangat van de pompput).

We kunnen er van uitgegaan dat de gemiddelde verwachte levensduur van de pompput met Benor keuring 40 jaar bedraagt.

Wat kost een drukriolering en wie betaalt de drukriolering?

De kostprijs van een drukrioleringsproject komt in aanmerking voor 100% rio-subsidie van het Vlaams Gewest vermits het een volledig 2- DWA systeem is. De drukriolering wordt steeds aangelegd en bekostigd door de rioolbeheerder.

Drukriolering bestaat uit een put of opvangtank van beton of kunststof, een pomp en een persleidingennetwerk. In een systeem voeren kleine, vaak versnijdende onderwaterpompen, het afvalwater van individuele woningen of van een groep woningen aan op een onder druk staan leidingennetwerk dat het afvalwater naar  het lozingspunt brengt.

De putten zijn gemiddeld 1,5 tot 2 meter diep met 1 meter doorsnede. Men werkt met standaardputten om de bouwkosten zo laag mogelijk te houden en de constructie te vereenvoudigen. Het buffervolume (het volume tussen het invoer- en uitstroompunt van de put) is klein genoeg om sedimentatie en stankoverlast (H2S) te voorkomen.

De meest gebruikte pomp is tegenwoordig een versnijdende pomp voor drukriolering.

De meeste versnijdende pompen voor drukriolering hebben een capaciteit van 2 tot 4 l/s bij een opvoerhoogte tussen 2 en 3 bar, en hebben 2 tot 3 kW-motoren. Het snijmechanisme van de pompen zorgt ervoor dat vaste delen zo klein worden dat ze de smalle leidingen niet verstoppen.

De persleidingen van een drukrioleringssysteem hebben een kleine diameter; veel voorkomende maten zijn 50 en 120 mm, afhankelijk van de toepassing. De leiding hoeft niet diep ingegraven te worden en volgt het profiel van de bodem. Voor de leidingen wordt meestal polyvinylchloride (PVC) of HDPE gebruikt. De leiding wordt ingegraven onder de vorstgrens. Drukriolering biedt dus twee grote voordelen: de smalle diameter van de leidingen en het feit dat er geen diepe sleuven hoeven te worden gegraven, omdat het grondoppervlak kan worden gevolgd. De persleidingen kunnen eindigen in een bestaand vrij vervalsysteem of rechtstreeks uitkomen op een afvalwaterzuivering.

De leidingen worden meestal zo gelegd, dat ze het terrein volgen. Stankoverlast en waterslag kunnen optreden, en dit zijn risico’s waarmee bij de aanleg zeker rekening moet worden gehouden. Om sedimentatie en afzetting van vaste delen te voorkomen is een minimale vloeistofsnelheid van 0,7 m/s vereist. Een snelheid van minder dan 0,7 m/s is in bepaalde toepassingen wel acceptabel, mits de snelheid minstens een keer per dag boven de 0,7 m/s komt. Aangezien gasvorming in het systeem kan optreden, mag het afvalwater niet langer dan 8 uur in het leidingenstelsel blijven staan; in sommige omstandigheden is zelfs een kortere verblijftijd aan te raden (of wettelijk vereist).
Indien in de opvangkamer een defect optreedt, moet een hoogniveau-alarm worden geactiveerd. Als de opvangcapaciteit van de kamer niet groot genoeg is, moet er toch een bescherming zijn tegen overstroming.

Wie controleert de goede werking van een drukriolering?

De goede werking wordt bewaakt door een telemetriesysteem of een storingslamp.

Moet het regenwater volledig afgekoppeld worden?

De totale afkoppeling van niet vervuild hemelwater, zoals van daken, opritten en terrassen, is van het grootste  belang voor de goede werking van de installatie. Hemelwater zorgt immers niet alleen voor een te sterke verdunning van het afvalwater maar veroorzaakt overmatige slijtage aan de pomp. Het afkoppelen vergt soms een uitgebreid uitzoeken van de volledige huisriolering. In moeilijke situaties zal men met een tuinslang water laten lopen in de dakgoten, klokputjes en de aflopen die vanuit de keuken, badkamer, wc enz. vertrekken. Het verdient aanbeveling de bestaande toestand in kaart te brengen als aanvulling bij het opmaken van het as-built dossier.

Moet ik een septische put plaatsen voor mijn drukriolering?

Dit is voor de meeste installaties niet noodzakelijk.

Moet ik mijn productgebruik aanpassen als ik een drukrioleringssysteem heb?

Neen, maar volgende producten mogen niet geloosd worden in een rioleringstelsel en dus ook niet in een drukrioleringsysteem :

  • regenwater
  • verf en spoelwater van verf
  • white spirit, thinner
  • motorolie
  • producten voor ontwikkeling van foto’s
  • niet afbreekbare hygiënische doekjes
  • tampons
  • maandverband
  • condooms
  • luiers
  • zuren
  • karton, plastiek, … alle niet afbreekbare stoffen
  • overvloedig veel haren van mens en dier
  • plantaardige of dierlijke oliën of vetten van frituurpan
  • giftige producten

DBM Bestek voor Drukriolering
FAQ Module Drukriolering