Hoeveel kost het rioolbeheer in Vlaanderen?

Rioolbeheer kostte in 2017 en 2018 50 euro per Vlaming of zo’n 80 eurocent per verbruikte m3 drinkwater. Dat blijkt uit het rapport van de VMM ‘Financiële cijfers rioolbeheer in Vlaanderen 2017-2018’. Er zijn grote verschillen tussen de rioolbeheerders onderling. Deze zijn deels het gevolg van een verschillende boekhoudkundige verwerking. De kosten van de meeste rioolbeheerders kennen een stabiel verloop met over de laatste 5 jaar een stijgende tendens.

De middelen, nodig om de kosten voor riolering te financieren, worden grotendeels via de integrale waterfactuur van de Vlaamse gezinnen en bedrijven verkregen. Ook de Vlaamse Regering subsidieert een deel van de kosten. Gemiddeld bedroegen de gerapporteerde middelen per Vlaming 54 euro in 2013 en dat is gestegen naar 68 euro in 2018.

 

Onderzoeksrapport VLARIO: De besteding van de gemeentelijke saneringsbijdrage
Toelichting rapport VLARIO-dag 2017

3 pijlers

Investeringen in het rioolbeheer zijn van essentieel belang voor een gezonde en aangename leefomgeving in de stad en gemeente. Drie pijlers zijn hierbij van belang:

  • realiseren van nieuw geplande infrastructuur
  • onderhouden van bestaande infrastructuur
  • aanpassingen aanbrengen om de infrastructuur klimaatbestendig te maken

3 uitdagingen

UITDAGING 1: tegen uiterlijk 2027 een half miljoen Vlamingen extra aansluiten op de waterzuivering

Hiermee dragen de huishoudens hun deel bij aan het bereiken van de Europese doelstellingen inzake proper water. Daarnaast moeten ook de industrie en de landbouw een beduidende bijdrage leveren. Dit zal ongeveer 4 miljard euro kosten. 1.3 miljard euro is reeds gereserveerd voor vastgelegde projecten. Dit betekent dat er nog 2.7 miljard euro moet geïnvesteerd worden in nieuwe projecten.

De gemeenten en haar rioolbeheerders moeten ook sneller werken!  De gemiddelde doorlooptijd van een rioleringsproject (van initieel ontwerp tot en met de uitvoering van de werken) bedraagt meer dan 6 jaar. Dat is veel te lang, en daardoor stijgt de Vlaamse  zuiveringsgraad te traag. De jongste zes jaar werd amper vijf procent vooruitgang geboekt, tussen 2006 en 2012 was dat nog 16%.

UITDAGING 2: vaker en zwaardere wateroverlast

Vandaag vinden we buien waarbij in een uur 40 tot 60 mm neerslag valt al heftig. Dit komt overeen met 40 tot 60 liter per m². Maar volgens deskundigen moeten we in de toekomst rekening houden met buien van 90 mm neerslag en méér per uur. Dat betekent dus zware wateroverlast en dat vraagt lokaal ingrijpende maatregelen om ons hiertegen te wapenen. En precies hier ligt een belangrijke taak voor gemeenten, in samenwerking met bewoners, bedrijven, polders, wateringen en rioolbeheerders.

Overstromingen zijn vaak het gevolg van verdroging. In droge, harde grond is er weinig infiltratie. Vandaar dat het belangrijk is om in te zetten op infiltratie, liefst bovengronds en inzetten op het bufferen van water. Op die manier houden we langer de grond vochtig en “open” voor infiltratie.

 

UITDAGING 3: onderhoud rioleringen

De riolen die er liggen moeten we ook onderhouden. Ons bestaand rioleringsnet is oud.

De gemeentelijke netwerken dateren voor het grootste deel uit de jaren 40 tot 60 van de vorige eeuw. In de steden zijn ze gemiddeld nog een eeuw ouder. Ze stammen dus uit het midden van de negentiende eeuw, toen België nog maar net onafhankelijk was geworden.

Van die historische erfenis zijn we nog lang niet verlost en de gevolgen zijn navenant. Rioleringen barsten open, boomwortels dringen er in door, dichtingen laten het afweten. Dat leidt tot zinkgaten, maar heeft ook een nefaste milieu-impact: afvalwater sijpelt in de bodem en veroorzaakt er verontreiniging.

Wat kan u doen als lokaal bestuur?

In eerste orde bent u als lokaal bestuur nu aan zet, want het zijn de gemeenten, haar rioolbeheerders en infrastructuurbeheerders die moeten investeren in nieuwe infrastructuur.  Het is uitermate belangrijk dat de nog te leveren inspanning wordt vertaald in de meerjarenplanning en dat ervoor gezorgd wordt dat de inkomsten via de waterfactuur ook daadwerkelijk en uitsluitend hierin geïnvesteerd worden.

WG 1 rooster met geld

Wat kan u doen als lokaal bestuur?

Als gemeente bent u de belangrijkste schakel. U kent de grondgesteldheid, alle grachten en beken en kan dus als geen ander een advies uitbrengen bij een bouwaanvraag (omgevingsvergunning) of verkavelingsaanvraag.

U kan beoordelen of er een mogelijkheid is om na opvang, hergebruik en infiltratie, zoals voorzien in de GSV, het regenwater aan te sluiten op bestaande grachten of beken. We moeten beseffen dat elke druppel regenwater die we uit een rioleringsbuis kunnen houden van goudwaarde is om overstroming en verdroging te voorkomen.

Uw hemelwaterplan is noodzakelijk. Bij de opmaak hiervan moet u niet enkel aandacht besteden aan het openbare domein, maar ook aan toekomstige verkavelingen en andere projectontwikkelingen aangezien de gemeente na overdracht van deze dossiers meestal beheerder wordt.

Hou hierbij in gedachten dat infiltratie altijd mogelijk is, maar de snelheid ervan is afhankelijk van de bodemgesteldheid. Het is het meest natuurlijke waterafvoer mechanisme en is noodzakelijk voor een gezonde grondwatertafel en de aanvulling van diepe zoetwater voorraden.

Een hoge grondwatertafel hoeft geen belemmering te vormen voor infiltratie, op voorwaarde dat de infiltratievoorziening bovengronds en ondiep wordt aangelegd. Zie hiervoor de richtlijnen voor bovengrondse infiltratie van Vlario.

Wat kan u doen als lokaal bestuur?

U dient werk te maken van een degelijk Assetmanagementplan. Op zeer korte termijn wordt er vanuit de Vlaamse overheid duidelijkheid gegeven wat dit concreet voor u als lokaal bestuur impliceert.

SL371385