Tijdens de provinciale contactdagen gaf advocaat Tom Swerts van GD&A Advocaten toelichting over het handhavingstraject voor gemeenten voor het niet hebben van een (conform) keuringsattest.

Volgens het Algemeen Waterverkoopreglement dient de rioolbeheerder eerst 2 aanmaningen te sturen. Dit kan voor het niet hebben van een keuring, of wanneer men geen conforme herkeuring kan voorleggen binnen de hersteltermijn van 60 dagen. Een eerste aanmaning is gratis, voor de tweede aanmaning kunnen kosten aangerekend worden. Op gebied van handhaving kan de rioolbeheerder volgens het Algemeen Waterverkoopreglement de aansluiting weigeren, of deze schorsen of beperken.

In de praktijk worden er geen aansluitingen geschorst of beperkt, als deze al in dienst zijn. De rioolbeheerder vraagt dan aan de gemeenten om de handhaving voort te zetten. Voor inbreuken en misdrijven inzake milieu wordt het handhavingstraject volgens het Decreet Algemeen Milieubeleid (DABM) gevolgd, voor inbreuken inzake ruimtelijke ordening wordt het handhavingstraject volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) gevolgd. Beide handhavingstrajecten starten ook met aanmaningen. Als hier geen gevolg aan gegeven wordt kan de toezichthouder in het kader van het DABM of de verbalisant in het kader van de VCRO verder handhavend optreden door de opmaak van een verslag van vaststelling in het geval van een inbreuk of door de opmaak van een proces-verbaal in het geval van een misdrijf.

Inbreuken zijn louter beteugelbaar via bestuurlijke handhaving en beboeting. Gaat het echter om een misdrijf en werd een proces-verbaal opgemaakt, dient dit dadelijk aan de procureur des Konings bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar het misdrijf is gepleegd te worden overgemaakt. Hierna kan de procureur des Konings een gerechtelijke (of liever strafrechtelijke) sanctionering opstarten. Wanneer de procureur des Konings echter beslist om niet te vervolgen, gaat het dossier weer over naar de gemeentelijke toezichthouder of verbalisant, dewelke dan de mogelijkheid heeft alsnog het misdrijf bestuurlijk te handhaven.

De vraag stelt zich of de gemeentelijke toezichthouder of verbalisant zich in de praktijk daadwerkelijk ter plaatste dient te begeven en de inbreuk of het misdrijf in persoon dient vast te stellen, of, kan een keuringsattest een afdoende basis vormen voor de opmaak van een verslag van vaststelling of een proces-verbaal? De gespecialiseerde kennis noodzakelijk voor deze vaststellingen spreekt alvast voor de laatste optie.

Ook geldt recent de verplichting voor erkende keurders om hun (af)keuringen digitaal te registreren.[1] Zulk digitaal keuringsregister kennen we eveneens in het fiscaal en sociaal recht. In de gespecialiseerde takken van het strafrecht, zoals het fiscaal en sociaal strafrecht, wordt voor de opmaak van processen-verbaal dan ook gebruik gemaakt van informatie verkregen via deze digitale en officiële databanken zoals het KBO, het Rijksregister, Dimona, Limosa, en zo voort. Ook kwam recent de mogelijkheid tot handhaving van de keuringen van centrale verwarmingsketels ter sprake, dewelke eveneens op basis van de digitaal geregistreerde keuringen zou plaatsvinden.

Het keuringsattest zoals het Algemeen Waterverkoopreglement het in het leven roept, kan dus mogelijks, naar analogie met het fiscaal en sociaal strafrecht, gebruikt worden voor de opmaak van een proces-verbaal. Om deze theorie ook daadwerkelijk in de praktijk om te zetten, dient hieraan voorafgaand wél best een samenwerking afgesproken te worden tussen alle geïnvolveerde instanties, gaande van de handhavende instantie, keuringsinstantie én het parket.

Dat er heel wat beweging in de sector is, blijkt nog maar eens uit het recente wetgevend initiatief  inzake een voorontwerp van Verzameldecreet waterwetgeving 2023, hetgeen onder meer de regelgeving wijzigt met betrekking tot de voorwaarden voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen op of voor het verkavelen van gronden en de aanwezigheid van een aansluiting op openbare of de aanwezigheid van private zuiveringscapaciteit voor huishoudelijk afvalwater; het lokaal beleid rond hemelwater en droogte én het handhavingskader op de productie, controle en levering van water bestemd voor menselijke aanwending.

Alvast blijkt uit het voorontwerp dat de VCRO uitgebreid wordt met een artikel dat voorwaarden oplegt voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of herbouwen van een gebouw  of  voor  het  verkavelen  van  gronden  en  de  aanwezigheid  van  een  aansluiting op openbare of de aanwezigheid van private zuiveringscapaciteit voor huishoudelijk afvalwater. Deze  wijzigingen  kaderen  volgens de Vlaamse Regering in  de  doelstellingen  van  het  realiseren  van  een  performante zuiveringsketen. Om die ambitie te realiseren zou gestart moeten worden met de  aanpak  van  de  bron  van  het  afvalwater.  Een  aansluiting  van  lozingspunten  op  een  openbare  zuivering  of  individuele  zuivering  zou  daarbij  de  eerste stap zijn.[2]

Het voorontwerp ligt heden bij de Raad van State voor advies. In hoeverre er daadwerkelijk verandering komt aan de handhavingsmogelijkheden van de keuringen zal dus nog moeten blijken.

Bekijk de volledige presentatie van de contactdagen op het ledengedeelte – Provinciale contactdag 2023.

 

 

[1] Ministerieel besluit van 20 maart 2023 over de keuring van de binneninstallatie, de niet-aangesloten binneninstallatie, de installatie voor tweedecircuitwater en de privéwaterafvoer.

[2] Memorie van Toelichting bij het Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.