Hoeveel kost een keuring?

De keurder bepaalt zelf de kostprijs van de keuring. Er bestaan geen wettelijke richtprijzen. Neem contact op met uw rioolbeheerder voor meer informatie over wie de keuring kan uitvoeren en hoeveel dat zal kosten.

Wat is RWA en DWA

Dit zijn afkortingen die gebruikt worden voor het afvalwater- en regenwaterstelsel. Regenwater en afvalwater dienen namelijk van elkaar gescheiden te zijn. RWA staat voor regenwaterafvoer en DWA voor droogweerafvoer. Het is ook het opschrift dat je terug vindt op uw huisaansluitputjes om correct aan te sluiten.

Voor afvalwater is er altijd aansluitplicht, regenwater kan op eigen perceel infiltreren.

Alles wat van regenwater, drainagewater en grondwater afgevoerd wordt dient aangesloten te worden op het RWA-circuit. Voor de afvoer van regenwater dient de ladder van Lansink gevolgd te worden: eerst hergebruiken, dan infiltreren, of bufferen met vertraagde lozing en pas in laatste instantie afvoer naar het openbaar domein. Bij nieuwbouw/herbouw/uitbreidingen > 40m2 dient de GSV Hemelwater gevolgd te worden.Al het huishoudelijke afvalwater dient aangesloten te worden op het DWA-circuit en DWA-huisaansluitputje.

Op het rioleringsplan hebben de DWA-leidingen vaak een rode kleur en de RWA-leidingen een blauwe kleur. Het is aangeraden om de kleurcode toe te passen bij aanleg: grijze buizen voor RWA en roodbruine buizen voor DWA.

In het overzichtsdocument voor ontwerpers vindt u de correcte aansluitingen op RWA/DWA.

Wanneer is een keuring verplicht?

Sinds 1 januari 2021 is een keuring verplicht in volgende gevallen:

  • Nieuwbouw/herbouw
  • Nieuwe bijkomende huisaansluiting
  • Plaatsing van een IBA
  • Afkoppelingsproject in de straat
  • Na vaststelling van een inbreuk

Indien de keuring ‘niet conform’ is dienen er herstelmaatregelen uitgevoerd te worden binnen de hersteltermijn van 60 dagen en dient een herkeuring aangevraagd te worden.

Wat valt onder een keuring nieuwbouw/herbouw?

Als nieuwbouw wordt beschouwd:

  • Men bouwt een nieuw gebouw op een leegstaand perceel.
  • Men bouwt een nieuw losstaand gebouw bij op een perceel waar reeds andere gebouwen staan die mee aangesloten wordt op de bestaande aansluiting.
    • Bv. een nieuw losstaand schoolgebouw op een site waar reeds andere schoolgebouwen staan.
    • Bv. een bedrijfssite waar men een nieuwe losstaande loods/kantoor bouwt.
  • Men bouwt iets bij (een uitbreiding zonder nieuwe aansluiting) waarvoor men een keuring vraagt of het nieuw gedeelte correct aangesloten werd (keuring heeft enkel betrekking op dit nieuw deel) op de bestaande aansluiting.

Als herbouw wordt beschouwd: een constructie volledig afbreken, of méér dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen.

Als men een nieuw losstaand gebouw bouwt op een perceel waar reeds andere gebouwen staan waarbij een bijkomende aansluiting aangevraagd werd, is dit een keuring volgens het type ‘bijkomende aansluiting’. Indien dit een uitbreiding > 40m² betreft, zal alsnog dit schema gevolgd dienen te worden.

Wat valt onder een keuring bijkomende aansluiting?

Dit is een keuring waarbij er een of meerdere nieuwe huisaansluitingen gemaakt werden.

De keuring heeft enkel betrekking op de afvoeren die aangesloten werden op de bijkomende aansluiting. Het is belangrijk dat het keuringsattest enkel wordt ingevuld op de te keuren afvoeren. De bestaande aansluitingen dienen niet gekeurd te worden. De keurder specifieert op het keuringsattest waarop de keuring wel (en/of niet) betrekking heeft.

Als men een nieuw losstaand gebouw bouwt op een perceel waar reeds andere gebouwen staan waarbij een bijkomende aansluiting aangevraagd werd, is dit ook een keuring volgens het type ‘bijkomende aansluiting’ (niet type nieuwbouw/herbouw).

Een uitbreiding bij een gebouw maar waarvoor een nieuwe aansluiting wordt aangevraagd, is een keuring bijkomende aansluiting.

Indien een aansluiting verplaatst wordt, valt dit ook onder de keuring van een nieuwe aansluiting.

Indien men een nieuwe aansluiting maakt voor een regenwaterpijp aan de gevel waarbij de rooilijn gelijk is aan de bouwlijn, is een keuring niet verplicht. Hier wordt vaak rechtstreeks aangesloten op de riolering via het trottoir en er wordt vaak geen huisaansluitput voorzien.

Voor een keuring type nieuwe bijkomende aansluiting zal het schema 3b in het Ministerieel Besluit keuring doorverwijzen naar de regels van een keuring nieuwbouw/herbouw (GSV Hemelwater wordt dan ook gecontroleerd) of afkoppeling voor de controle op scheiding regenwater en afvalwater (als scheiding verplicht is).

Wie mag de keuring uitvoeren?

De rioolbeheerder is verantwoordelijk voor de organisatie van de keuring. Vlario-keuringen worden overal in Vlaanderen aanvaard (behalve in Jabbeke).

De keurder dient te beschikken over de vereiste technische vaardigheid om de keuring uit te voeren en mag niet betrokken zijn bij de technische uitvoering van de privéwaterafvoer.

VLARIO voorziet volgens een Europees erkende kwaliteitsstandaard – ISO 17020 – in deze eisen en certificeert keurders die binnen dit ISO 17020 keuringssysteem keuringen kunnen uitvoeren, dit om de kwaliteit en de eenvormigheid van de keuringen te kunnen garanderen.

Wanneer kan de keuring best plaats vinden?

Alle aansluitpunten (toestellen zoals wc, lavabo,… moeten nog niet geplaatst zijn) zowel in de woning als daarbuiten moeten aanwezig zijn om een keuringsattest te mogen afleveren.

Om kosten te vermijden kan de keuring best plaatsvinden voor het aanbrengen van vloerisolatie of chape. Indien in zo’n vroeg stadium de fouten kunnen worden vastgesteld, is het veel gemakkelijker (en minder kostelijk) om dit te herstellen en in orde te brengen, dan wanneer deze problemen pas opgemerkt worden na het in gebruik stellen (afvoerproblemen + opbreken van vloeren, klinkers, aangelegde tuin, etc.).

Opgelet. Vaak is bij nieuwbouw het terras en de oprit nog niet aangelegd. Achteraf gebeuren nog veel foutieve aansluitingen hiermee. Het water afkomstig van terras/inrit kan best op natuurlijke wijze afvloeien. Indien u toch een afvoer voorziet dient deze aangesloten te worden op het RWA-circuit (best achter de regenwaterput).

Als men achteraan de woning ter hoogte van het terras een doorspoelputje geplaatst heeft (afvalwater, voor verstoppingen) mag de afwatering van het terras/inrit hier niet bij aangesloten worden!

Moet mijn terras/inrit reeds aangelegd zijn voor de keuring?

Het terras/inrit dient nog niet aangelegd te zijn op moment van keuring. Wel dienen de voorziene afvoeren reeds aanwezig te zijn.

Vaak is bij nieuwbouw het terras en de oprit nog niet aangelegd. Achteraf gebeuren nog veel foutieve aansluitingen hiermee. Het water afkomstig van terras/inrit kan best op natuurlijke wijze afvloeien. Indien u toch een afvoer voorziet dient deze aangesloten te worden op het RWA-circuit (best achter de regenwaterput).

Als men achteraan de woning ter hoogte van het terras een doorspoelputje geplaatst heeft (afvalwater, voor verstoppingen) mag de afwatering van het terras/inrit hier niet bij aangesloten worden!

Waaraan moet mijn rioleringsstelsel voldoen?

Zie hiervoor onze rubriek ‘meer info voor de burger‘.

Hoe wordt niet-huishoudelijk afvalwater gecontroleerd?

De keuring van het niet-huishoudelijk afvalwater is beperkt volgens schema 2 van het MB keuring. De keuring betreft geen controle op de milieuvergunning.

Betreft het een lozing op het DWA-riool?
Indien er geen lozing is op het openbaar rioolstelsel, dan is de keuring van de afvoer van het niet-huishoudelijk afvalwater niet van toepassing. Dit dient niet beoordeeld te worden door de keurder. Dit dient gecontroleerd te worden voor de dienst AMV of milieu-inspectie van VMM.

Alle afvalwater aangesloten op de DWA-riolering (tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning)?
De keurder controleert of al het afvalwater op de DWA riolering is aangesloten.
Indien dat het geval is, is het CONFORM. Indien niet al het afvalwater is aangesloten op de DWA riolering, maar dit toch verplicht is in de omgevingsvergunning, is het NIET CONFORM.
Indien er afvalwaterstromen aangesloten zijn op de DWA riolering, maar dit niet mag volgens de omgevingsvergunning, is het NIET CONFORM.

Hoe moet ik regenwater en afvalwater correct scheiden?

Voor nieuwbouw kan u het overzichtsdocument voor ontwerpers raadplegen alsook de Waterwegwijzer bouwen en verbouwen van VMM.

Overzichtsdocument ontwerpers
Waterwegwijzer

Voor bestaande panden die afgekoppeld worden kan u het Vademecum praktisch afkoppelen van hemelwater raadplegen.


Vademecum praktisch afkoppelen van hemelwater 10/2023

In welk zoneringsgebied bevindt mijn woning zich?

U kan hiervoor terecht op het geoloket van VMM.

Zie ook de toelichting bij de zoneringsplannen om te weten wat in welke zone vereist is inzake afvalwater.

Meer informatie over de zoneringsplannen en de bijhorende zuiveringsverplichtingen voor afvalwater vindt u ook in hoofdstuk 5 van de waterwegwijzer bouwen en verbouwen van VMM.

Moet ik een septische put plaatsen?

Of je al dan niet verplicht bent om een septische put te plaatsen hangt van 2 factoren af.

  1. In welke zonering bevindt het pand zich (Vlarem wetgeving)
  2. Is de plaatsing van een septische put verplicht door gemeente/rioolbeheerder voor zwart water (gemeentelijk niveau)

Indien het pand zich in ‘collectief te optimaliseren buitengebied’ bevindt, is men verplicht een voorbehandelingsinstallate te plaatsen voor ALLE afvalwater. Het zwart + grijs afvalwater wordt dan best aangesloten op een septische put van 3.000 liter. Het is ook mogelijk om 2 aparte septische putten te plaatsen of een IBA.

Op gemeentelijk vlak kan men een septische put verplichten voor het fecaal water (WC 2.000 liter). Bekijk hiervoor de voorwaarden van de omgevingsvergunning, gemeentelijk reglement of aansluitreglement van de rioolbeheerder.

Hoe groot moet mijn septische put zijn?

GRIJS+ZWART
Een septische put “alle afvalwater” waarin zowel het grijs als het zwart water terecht komt, moet een minimum volume onder het watervlak hebben van 3000 liter (600 liter/IE vanaf meer dan 5 IE en 450 l vanaf 11 IE) volgens de Code van goede praktijk.

ZWART
Een septische put waarin enkel het (zwart) water van de WC’s terechtkomt moet een minimum volume onder het watervlak hebben van 2.000 liter (tot 10 IE 300 l/IE en vanaf 11 IE 225 l/IE).

De septische putten moeten sinds 2005 een CE-markering hebben volgens NBN EN 12566, het minimaal nuttig volume volgens de norm is 2000 liter.

Voor andere gebouwen (bv. kantoor, school, woonzorgcentrum,… ) worden de IE bepaald op basis van volgende tabel: IE bij gemengd gebruik

Berekening van de grootte van een septische put voor enkel zwart water voor 15 appartementen van maximaal 3 personen, totaal 45IE:

300L x 10 IE = 3.000L (eerste 10 IE)
225L x 35 IE = 7.875L (van 11IE)

TOTAAL = 10.875 L. dus een septische put voor zwart afvalwater met een minimum nuttige inhoud van 10.875 L te voorzien!

Verluchting septische put

Een zeer belangrijk punt bij het ontwerp of heraanleg van de privériolering en bij plaatsing van (voor)behandelingsinstallaties is de verluchting. Bij de biologische afbraak (septische gisting of rotting) worden gassen gevormd (waaronder methaangas) die langs een verluchtingspijp moeten kunnen ontsnappen omdat de druk in de put anders te hoog zou oplopen. De verluchting moet ervoor zorgen dat de drukverschillen niet rechtstreeks inwerken op de reukafsluiters van sanitaire toestellen, zodat hun waterslot behouden blijft en geen geurhinder ontstaat. Aandacht dient specifiek geschonken aan volgende situaties:

  • Zorg dat de ontluchting niet uitmondt naast een dakraam of ventilatierooster!
  • Bij bestaande woningen/gebouwen werd de ontluchting vaak gerealiseerd via de RWA-standleidingen, aangesloten op het DWA-systeem. Bij het afkoppelen van deze leidingen wordt de verluchting weggenomen en kunnen er problemen zoals geurhinder ontstaan.

Mag septisch materiaal, afkomstig van een septische put “alle afvalwater”, dus inclusief vetten, aangeleverd worden op de RWZI?

Aquafin aanvaardt enkel septisch materiaal op de RWZI’s. In geen geval wordt ruimingsslib bv. van garages van vet- of zandvangers, van rioolkolken, onbehandeld afvalwater van industriële of agrarische oorsprong aanvaard. Aquafin en de ruimingsfirma’s maakten afspraken om de herkomst van het septisch materiaal te garanderen:

De ruimfirma moet een ruimingsattest afleveren aan elke gebruiker of eigenaar van een septische put. Dit attest geeft de gebruiker of de eigenaar van de put de garantie dat zijn septisch materiaal zal afgevoerd en behandeld worden zoals voorzien in de milieuwetgeving;

Het ruimingsattest dient ondertekend te zijn: hierdoor verklaart de gebruiker of eigenaar dat het geruimde materiaal uitsluitend afkomstig is van een septische put voor huishoudelijk afvalwater, toiletten en andere sanitaire voorzieningen.

Dit attest kan mogelijks opgevraagd worden door gemeente/rioolbeheerder/keurder.

Wanneer moet ik mijn septische put ruimen?

In de technische toelichting van de code van goede praktijk wordt aanbevolen de septische put te ruimen als hij voor meer dan 70% gevuld is met septisch materiaal. Septisch materiaal moet afgevoerd worden naar een openbare waterzuiveringsinstallatie. Specifiek slib afkomstig van een vetafscheider, zetmeelafscheider, … moet afgevoerd naar een daarvoor erkende verwerker.

Er werd in collectief te optimaliseren buitengebied enkel een septische put op zwart water voorzien. Wordt dit afgekeurd bij keuring privériolering en indien ja, hoe kan ik mij dan in orde stellen?

Als in collectief te optimaliseren gebied niet al het afvalwater (zwart + grijs) werd aangesloten op een voorbehandelingsinstallatie, wordt dit afgekeurd.
Volgens de Code goede praktijk riolering dient er een septische put geplaatst te zijn van minimum 3.000 liter (tot 5 IE).

U kan zich in regel stellen door alsnog het grijs afvalwater aan te sluiten op een septische put:

  • Er kan een bijkomende put worden geplaatst voor enkel grijs afvalwater, deze staat dan in parallel met de bestaande septische put.
  • Het grijs en zwart afvalwater worden samengebracht en naar de bestaande septische put geleid. In dit geval dient ervoor gezorgd dat de septische put groot genoeg is, eventueel kan nog een put in serie bijgeplaatst worden.

Het plaatsen van 2 aparte septische putten 1 voor grijs water en 1 voor zwart water kan ook initieel voorzien worden. Elke septische put dient steeds een minimum nuttig volume van 2.000 liter te hebben. Het is toegestaan om grijs water aan te sluiten op de 2e kamer van de septische put (indien 2 compartimenten).

Hoe wordt een appartement gekeurd?

Het volledig appartement dient gekeurd te worden tot aan de rooilijn. Een deelkeuring bestaat niet.

Bij afkoppelingsprojecten gelden dezelfde regels, indien 1 appartement niet gescheiden afvoert, dan zullen de vloeistofstromen aangesloten op de aansluitputjes niet gescheiden zijn en wordt er een niet conform attest afgeleverd, waarop vermeld staat welk deel het probleem vormt. Wanneer alle verdiepingen of wooneenheden nagekeken zijn kan voor het geheel een attest afgeleverd worden.

Aansluiting terrassen, inritten en overdekte verharde oppervlakken op RWA of DWA?

Algemene richtlijn:
• Indien de grondslag afwatert naar het afwateringspunt → RWA (Infiltratie > afvoer RWA)
• Indien de grondslag afwatert weg van afwateringspunt → DWA

Ga na wat de hoofdfunctie van deze afvoer is en wat het meest hierin terecht zal komen. Rekening
houdend met 800 tot 1200 liter regenwater/m² > paar emmers poetswater.

Richtlijn: indien een afvoer voorzien is onder een overdekt terras (voor afvoer poetswater, en geen
hemelwater via helling niet-overdekte oppervlakte) dient deze aangesloten te worden op DWA.

Richtlijn: bij gemengd gebruik poetswater en afvoer terras dient de afvoer aangesloten te worden op
RWA (infiltratie > afvoer RWA).

Een dakterras kan beschouwd worden als een terras op het gelijkvloers. Het niet verontreinigde hemelwater afkomstig van het dakterras moet dus ook afgekoppeld worden. Je sluit dit deel van het hemelwater echter best niet aan op de hemelwaterput, aangezien een dakterras op geregelde basis schoongemaakt wordt. In vele gevallen is de vervuiling zo beperkt door de hoeveelheid hemelwater dat je kan uitgaan van het zelfreinigende vermogen van het milieu waarin het terecht komt.

Met reinigings- en onderhoudsmiddelen, pesticiden, e.d. moet je heel omzichtig omspringen, zeker als die met het hemelwater afgevoerd worden of op een individuele zuiveringsinstallatie terechtkomen. Je gebruikt beter biologisch afbreekbare producten.

Men spreekt pas van verontreinigd regenwater bij ingedeelde inrichtingen zoals bv. tankstations, carwash, … (zie VLAREM I voor ingedeelde inrichtingen). Hiervoor is vaak een milieuvergunning van toepassing waarin opgenomen is wat met deze afvalwaterstromen dient te gebeuren.

Meer informatie over aansluitingen RWA/DWA met fotovoorbeelden vindt u in het overzichtsdocument voor ontwerpers.

Een gebouw staat links en rechts op de perceelgrens, maar op het gelijkvloerse niveau is er een open inrit naar achteren. Moet dan de achterste dakhelft worden afgekoppeld?

Gesloten bebouwing met doorrit naar achter wordt beschouwd als open/halfopen bebouwing met oprit. Ook naar achter afwaterende daken e.d. dienen bijgevolg afgekoppeld te worden omdat je niet moet breken onder of door de woning om deze afkoppeling te verwezenlijken.

Indien de doorgang voor- en achteraan dicht is met volledig gesloten poorten (geen hekken), zodat we niet meer spreken over een doorgang, dan kan dit worden aanzien als ‘onderdeel van het gebouw’ en geldt de uitzondering op afkoppelen. Desalniettemin is het toch aangeraden om na te gaan of afkoppelen mogelijk is.

Indien een appartementsgebouw een ondergrondse parkeerruimte heeft met klokputjes (DWA) en in de toerit naar de parking met een rooster (in feite RWA) en die allen te diep liggen om gravitair afgevoerd te worden, mogen deze 2 samengebracht worden in het DWA-stelsel zodat slechts 1 pomp voor dit water dient geïnstalleerd te worden of dienen er aparte pompen geïnstalleerd te worden voor deze kleine hoeveelheden water?

Regenwater en afvalwater dienen gescheiden te worden. Deze mogen niet samengebracht worden in dezelfde pompput. De grootte van de af te voeren debieten hebben geen invloed op de afkoppelingsregels. Er zullen dus 2 pompputjes moeten geplaatst worden.

Condenswater (kleine hoeveelheden) van boiler/airco: mag dit op DWA? Is dit, conform Vlarem, te aanzien als afvalwater?

Dit betreft niet de afvoer van REGENwater waardoor deze aangesloten dient te worden op DWA. Gezien de beperkte verontreinigingsgraad wordt dergelijk afvalwater gedoogd op RWA.

De aansluiting van C.V. dient aangesloten te worden op DWA (zuur water) en mag niet op RWA aangesloten worden.

Afvalwater wordt in Vlarem gedefinieerd als verontreinigd water waarvan men zich ontdoet, zich moet ontdoen of de intentie heeft zich van te ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater.

Indien een omgevingsvergunning werd afgeleverd voor een uitbreiding van >40m² dient dit gebouw dan gescheiden af te voeren?

Als er bij bestaande gebouwen die niet afgekoppeld zijn een uitbreiding is van > of= 40 m² , dan dient de uitbreiding gescheiden af te voeren volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening, de gescheiden afvoer beperkt zich enkel tot de uitbreiding. Volledige afkoppeling van het pand dient dan pas te gebeuren op het moment dat er een afkoppelingsproject is in de straat.

Wanneer de uitbreiding < 40m² dan dient de uitbreiding niet afgekoppeld te worden. Scheiden van afvalwater en regenwater wordt wel aangeraden.

Afkoppelen is niet verplicht indien je hiervoor moet breken onder of door de bestaande woning. (art. 6 GSV Hemelwater).

Uit het geoloket VMM blijkt dat de woning gelegen is in collectief te optimaliseren buitengebied, waar er dus een septische put verplicht zou zijn. Ter plaatse blijkt dat het om een nieuwe wijk gaat en een gescheiden stelsel is aangelegd. Hoe hiermee omgaan?

Het zoneringsplan wordt door de VMM jaarlijks aangepast. Bijgevolg is dit plan niet altijd up-to-date.

Indien het pand volgens de zoneringsplannen van VMM ligt in collectief te optimaliseren buitengebied ligt en de straat is vernieuwd en u ziet dat er een gescheiden stelsel is, op straatniveau, dan kan u best contact opnemen met de rioolbeheerder om te vragen of dit gebied nu effectief collectief geoptimaliseerd is (dit wil zeggen dat het afvalwater naar een zuiveringsstation gevoerd wordt).

Als er een nieuwe verkaveling aangelegd wordt in collectief te optimaliseren buitengebied, is men verplicht het regenwater en afvalwater reeds te scheiden op straat maar het afvalwater is dan nog niet aangesloten op een RWZI (Aquafin). Hier blijven de regels gelden van ‘collectief te optimaliseren buitengebied’, namelijk de verplichte plaatsing van een voorbehandelingsinstallatie voor ALLE afvalwater (grijs+zwart).

Bij twijfel over de zonering dient u best contact op te nemen met de rioolbeheerder.

Waarop dient de afvoer van mijn regenwaterfilter op aangesloten te worden?

Sommige regenwaterputfilters hebben een aparte afvoer. Aangezien het hier nog steeds gaat om de afvoer van regenwater dient deze aangesloten te worden op RWA (niet op afvalwater).

Waarop dient drainagewater aangesloten te worden?

Drainagewater is RWA en mag niet aangesloten worden op de DWA (afvalwaterleiding). Dit water wordt best aangesloten na de hemelwaterput (niet erop) of rechtstreeks op een infiltratievoorziening en pas in laatste instantie rechtstreeks op het RWA huisaansluitputje/gracht.

Waar kan ik terecht met mijn vragen over een uitgevoerde keuring?

Op uw keuringsattest staat de naam van de keurder. U kan meer detail bij hem/haar opvragen. De contactgegevens van de keurder vindt u op de lijst keurders.

Indien u een vraag/klacht hebt over het verloop van de keuring kan u contact opnemen met VLARIO.

Is een keuring verplicht bij verkoop?

Dit is niet verplicht. De verkoper kan via de woningpas wel informatie delen met de koper bij de verkoop van een woning.

Kan ik de keuring privéwaterafvoer raadplegen in de woningpas?

Vlario stelde alle Vlario-keuringen uitgevoerd sinds 1 juli 2011 ter beschikking aan de woningpas.

Voorlopig is er alleen een woningpas voor particuliere eigenaars.

Bij een woonentiteit in een meergezinswoning of bij een appartement is het niet altijd mogelijk om informatie aan de juiste wooneenheid (busnummer) te koppelen omdat de dienst Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën niet alle busnummers correct bijhoudt. Daarom is er de eerste fase voor een appartement of eenheid in een meergezinswoning niet altijd een woningpas beschikbaar.