Hoe gestuurd is een gestuurde boring?

Er zijn in de praktijk heel wat misverstanden omtrent gestuurde (dus nauwkeurige) sleufloze aanleg van rioleringen en leidingen, dit in het bijzonder bij de kleinere diameters (tot ca. 500 mm).

Welke technieken zijn momenteel beschikbaar voor sleufloze aanleg van huisaansluitingen, rioleringen en drukleidingen?

Technieken

(Horizontaal) Gestuurde boringen, tevens HDD genoemd (Horizontal Directional Drilling)

Men spreekt hier van ‘gestuurd’, maar is dit wel altijd zo? En zo ja, in welke mate is het sturen nauwkeurig genoeg om de gravitaire hellingshoek zoals opgelegd in het lastenboek (gebruikelijk in de ordegrootte van 1 à 5 mm/m) te garanderen?

Een korte toelichting:

Een gestuurde boring (HDD) gebeurt in de praktijk in min. 3 fases:

De boorinstallatie staat bovengronds en de buis wordt in fase 3 van het eindpunt naar het vertrekpunt ingetrokken onder een bepaalde hellingshoek.

Aangezien de ligging van de pilootboring (met de beschikbare technieken: Walk-over, Magnetoscopie of Gyroscoop) nooit helemaal exact bepaald kan worden en het tracé van de ingetrokken buis kan afwijken ten opzichte van de initiële pilootlijn (de ruimgang is in regel in diameter een factor 1,3 à 1,5 keer groter dan deze van de uiteindelijk productleiding), is deze techniek enkel toepasbaar voor drukleidingen en dus niet geschikt voor het bekomen van de aanlegnauwkeurigheden zoals deze worden opgelegd voor gravitaire leidingen.

Erger wordt het nog wanneer een HDD-machine wordt neergelaten in een startput en de boorstang volledig horizontaal wordt ingeboord. De boorvloeistof (bentoniet) stroomt uit het boorgat en houdt het boorgat niet meer onder druk. Gevolg: de grond wordt niet meer gesteund en het risico op inklappen van het boorgat is zeer reëel. Zelfs de uitvoeringsfase wordt hier reeds gehypothekeerd, zeker bij de iets grotere diameters en lengten.

Pilootgestuurde avegaardoorpersing

Een pilootgestuurde avegaardoorpersing gebeurt eveneens in 3 fases:

De persinstallatie staat in de persput en de verlengbare pilootstang wordt hydraulisch en grondverdringend ingeduwd. Het inmeten van de pilootboring gebeurt optisch en continu en kan over de ganse lengte binnen 1 cm nauwkeurig uitgevoerd worden. De buis wordt via een overgangsstuk aan de pilootstang gekoppeld en nageperst.

De grond wordt uit de buis verwijderd d.m.v. een avegaar. Slechts een kleine oversnijding wordt toegepast (max. ca. 5 mm); de grond omheen de buis wordt maximaal gesteund door de buis zelf.

De buis volgt volledig het traject van de pilootstang en kan dus ook de gewenste nauwkeurige helling aanhouden over het volledige tracé. Aldus kan deze methode perfect toepast worden volgens de eisen gesteld aan gravitaire leidingen.

Let op: deze techniek wordt door de niet-ingewijden vaak verward met de (horizontaal) gestuurde boring of HDD maar beiden zijn zeer verschillend.

Huisaansluitingen en korte verbindingsleidingen tussen kleine putten

Korte doorpersingen voor huisaansluitingen of korte verbindingsleidingen (bv. een verbinding van twee riolen aan weerszijden van een straat ev. vanuit bestaande putten) kunnen ofwel uitgevoerd worden als pilootgestuurde avegaardoorpersing ofwel met een compacte persinstallatie van 1,50 m lengte, slechts deels gestuurd.

De boornauwkeurigheid van deze persinstallaties is een stuk minder en is daarom enkel geschikt voor korte lengtes (max. 15 m) met een voldoende grote helling om een zogenaamd ‘afwaterend karakter’ te bekomen. Dit betekent: de helling is in dit geval slechts gegarandeerd door een verschil in hoogte van vertrek en aankomst van de persing. Het is bijgevolg niet per definitie van toepassing in ieder punt van de (korte) leiding: er kan zeer lokaal een kleine hoeveelheid water in de verbindingsleiding of huisaansluiting blijvend aanwezig zijn, echter het water stroomt steeds in de juiste richting. Voor een korte verbindingsleiding is dit echter voldoende.

Economische aspecten

Als we de prijzen vergelijken van de drie genoemde technieken is de gestuurde boring (HDD) de meest voordelige oplossing en financieel aantrekkelijker dan een (pilootgestuurde) doorpersing.

De HDD-techniek is echter niet geschikt voor gravitaire leidingen. Voor korte lengtes (max. 15m) kan een financieel interessante ‘deels gestuurde doorpersing’ een oplossing bieden wanneer de opdrachtgever genoegen neemt met een ‘afwaterend’ karakter voor deze leiding. Vaak is de toegankelijkheid van de ondergrond eveneens een reden om voor deze techniek te gaan: bestaande nutsleidingen in de (vaak kleine) wegberm geven soms een probleem van ruimtegebrek.

Eén zaak staat als een paal boven water: een correct en nauwkeuring uitgevoerd lengteprofiel is enkel mogelijk met een pilootgestuurde avegaardoorpersing!

 

(*) Ref . Vlario Tabel 2 :  “MATRIX VAN DE TOEPASBARE ONDERGRONDSE DOORPERSTECHNIEKEN”