Vlario werkt aan tool voor materiaalkeuze bij aanleg van circulaire riolering

 

Van bij haar oprichting is het voor Vlario als kenniscentrum voor rioleringen en waterafvoer één van haar belangrijke doelstellingen geweest de kwaliteit van de aan te leggen rioleringen verbeteren. In het bijzonder binnen haar werkgroep “Kwaliteitszorg bij keuze van buismateriaal en de aanleg van rioleringen” wordt al vele jaren opvolging, onderzoek en controle uitgevoerd op de kwaliteit van de toegepaste buismaterialen, op de uitvoering en aanleg van rioleringen en finaal het gedrag van de rioleringen in de tijd.

Dit heeft bij alle buisfabrikanten geresulteerd in productverbeteringen aan de buis en haar voegverbindingen alsook tot een betere kwaliteitsborging bij de levering van de buizen op de werf en tot een betere kwaliteit bij de uitvoering en aanleg van rioleringen. Als richtlijn en handleiding bij het maken van de keuze van een buismateriaal werd in 1995 een eerste versie van de buizenmatrix door Vlario gepubliceerd. In 2019 werd nog een update gepubliceerd waarin ook de matrix voor infiltratiebuizen werd opgenomen.

Een aspect waarmee in het verleden bij de keuze van een buismateriaal nog geen rekening werd gehouden is met de “ecologische voetafdruk” bij de productie van het materiaal. Naast de ecologische voetafdruk is er recent een maatschappelijk bewustzijn ontstaan dat er niet verder ongebreideld aan winning of ontginning van grondstoffen kan worden gedaan. In het kader van de bescherming en instandhouding van onze planeet en om de toekomst van onze volgende generaties veilig te stellen, moet er bij de productie van producten naast de ecologische voetafdruk ook het aspect circulariteit en circulaire economie op het einde van de levensloop van een product worden rekening gehouden.

In het kader van toekomstige aanbestedingen is het de bedoeling om via de zogenaamde TOTEM-tool (= tool voor de bepaling van de milieuprestaties) voor elk project tot het best scorende buismateriaal te komen op ecologisch en economisch vlak over het gehele productverloop en toepassing van een buismateriaal (o.a. afhankelijk van het soort af te voeren water, omstandigheden van aanleg, levensduur, productieplaats, LCA, opbraak en recyclage, edm.). Dergelijke tool bestaat reeds en is van kracht bij de keuze van bouwmaterialen voor openbare gebouwen maar moet voor wegenis- en rioleringswerken nog worden ontwikkeld.

Dit moet voor elk buismateriaal worden opgesteld vertrekkende van de grondstofwinning, de ecologische voetafdruk bij productie en aanleg, tot finaal het einde van de levenscyclus, de opbraak, de recycleerbaarheid en hergebruik van het buismateriaal.

Voor de ontwikkeling van deze tool is door VLARIO de werkgroep “Circulariteit bij rioleringswerken” opgericht, waarbij voor de ondersteuning van de werking van de werkgroep beroep wordt gedaan op  VITO. In afwachting van de ontwikkeling van deze tool bij rioleringswerken blijft de bestaande update van de buizenmatrix dd. 2019 van VLARIO van toepassing bij de keuze van een buismateriaal. In afwachting van de publicatie van deze tool is de verklaring in de nieuwsbrief van januari 2018 door Vlario inzake de gelijkwaardigheid van kunststofbuizen met andere buismaterialen eerder voorbarig te noemen, omdat dit opgesteld werd op basis van de “levensduur” van de buis en een productie met “virgin”-buismateriaal (0% recyclaat).

Geconcludeerd kan worden dat naast het aspect van circulariteit ook de duurzaamheid in functie van de omgevingsfactoren (o.a. draagkracht van de grond, aanvulling van de sleuf ed.) een belangrijke rol zal spelen in het besluitvormingsproces van de opdrachtgever.