Vlarem II stelt dat afkoppelen van regenwater verplicht is, tenzij hiervoor leidingen onder of door het gebouw moeten gaan (niet van toepassing op bestaande gebouwen van na 1 februari 2005 waarvoor de GSV Hemelwater van toepassing is). Deze uitzondering op afkoppeling van regenwater werd vertaald naar het referentiekader met uitzonderingen, zoals opgenomen in de code goede praktijk deel 1 alsook overgenomen in het vademecum praktisch afkoppelen van VLARIO.

Op vraag van het kabinet van minister Jo Brouns werkte VLARIO een nieuw voorstel uit met bijkomende uitzonderingen op de afkoppelingsplicht, rekening houdende met de kosten en baten. Deze bijkomende uitzonderingen werden opgenomen in het Vademecum praktisch afkoppelen van hemelwater.

Aangezien deze tekst ook in het sectordocument ‘Technische specificaties keuring privéwaterafvoer’ staat kreeg dit document ook een update.

Vademecum praktisch afkoppelen van hemelwater 04/2025
Technische specificaties keuring privéwaterafvoer 04/2025

 

Overzicht nieuwe uitzonderingen

In de gevallen beschreven hieronder kan voor bestaande gebouwen (waarop de GSV Hemelwater niet van toepassing was) enkel een uitzondering bekomen worden mits goedkeuring van de rioolbeheerder. Deze goedkeuring dient voorgelegd te worden aan de keurder van de privéwaterafvoer om een conform keuringsattest te kunnen bekomen voor deze uitzondering. Het betreft:

  • Voor ondergrondse inritten kan een uitzondering worden verleend voor de afkoppeling van hemelwater dat afvloeit naar een inrit van een ondergrondse garage indien hiermee de plaatsing van een bijkomende pompinstallatie kan worden vermeden. Het deel van de inrit dat gravitair afgekoppeld kan worden valt niet onder deze uitzondering.
  • Voor kleine oppervlakken kan een gemotiveerde uitzondering bekomen worden wanneer de aanpassingswerken een grote impact of kost hebben in verhouding met de baten.

Het betreft bv.:

  • Keldergaten
  • Keldertrappen
  • Voetgangerstrap
  • Fietshelling
  • Ventilatieschachten
  • Klokput onder kraan

Indien de helling voor een rooster van de garagepoort vlak is, dan is de aansluiting van het rooster op DWA of RWA toegelaten.

Aandachtspunten:

  • De uitzonderingen zijn enkel van toepassing op bestaande panden (die nog niet gescheiden hadden moeten zijn).
  • Voor de ondergrondse inrit en kleine oppervlakken is goedkeuring van de rioolbeheerder vereist die de uitzondering toestaat. Hoe de rioolbeheerder deze goedkeuring invult bepaalt men zelf. Dit bewijs zal aan de keurder voorgelegd moeten kunnen worden om conform te kunnen keuren. Als de rioolbeheerder zelf een afkoppelingsadviseur aanstelt kan dit bv. mee opgenomen worden in het afkoppelingsadvies van de erkende afkoppelingsadviseur.
  • Ook voor lopende projecten of reeds niet-conforme keuringen kan men alsnog de uitzondering vragen aan de rioolbeheerder. De keurder kan dit administratief rechtzetten mits bewijs dat de uitzondering aanvaard is door de rioolbeheerder.