Veroordeling voor België dreigt: Europese Commissie tikt België meerdere malen op de vingers voor waterbeheer

Door Johanna-Charlotte Devogelaere en Cies GYSEN GD&A-Advocaten

In februari van dit jaar zette de Europese Commissie de finale stap in een lopende inbreukprocedure tegen België. België wordt door de Commissie voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gedaagd wegens de schending van de nitraatrichtlijn en het falend Waals beleid inzake nitraatverontreiniging in het grondwater en de waterlopen.

De nitraatrichtlijn heeft de bescherming van het oppervlakte- en grondwater tegen verontreiniging afkomstig van agrarische bronnen tot doel. Vooral nitraten uit mest zijn hier de boosdoeners. Deze richtlijn verplicht lidstaten dan ook om hun wateren te monitoren en passende actieprogramma’s op te zetten om dit soort verontreiniging te voorkomen en te verminderen. De Commissie stelde vast dat het Waalse Gewest tot op heden onvoldoende maatregelen neemt tegen nitraatverontreiniging.

Het geldende actieprogramma in het Waalse Gewest (Programme de Gestion sustainable de l’azote en Agriculture, versie 3) dateert ondertussen van 2014 en voldoet niet meer aan de eisen die de Nitraatrichtlijn stelt. De grondwaterkwaliteit daalde daarnaast in ongeveer 30% van de grondwatermeetpunten. Desondanks werd het actieprogramma niet herzien om dit euvel te verhelpen of om één en ander in overeenstemming te brengen met de vereisten van de Nitraatrichtlijn. Nadat geen gevolg werd gegeven aan een laatste formele waarschuwing in 2020 achtte de Europese Commissie het noodzakelijk om de zaak voor het Europees Hof van Justitie in te leiden.

Om alleen Wallonië als boosdoener te berispen zou echter wat kort door de bocht gaan. Vlaanderen wordt ondertussen immers ook terechtgewezen. De Europese Commissie stelt vast dat ook de opeenvolgende Vlaamse actieplannen niet de gewenste resultaten opleveren en startte de inbreukprocedure via een officiële ingebrekestelling. De waterkwaliteit in Vlaanderen is, luidens de laatste vaststellingen, dermate achteruit gegaan dat dringende actie nodig is. De Europese Commissie stelt vast dat alle oppervlaktewateren in het Vlaamse Gewest in staat van eutrofiëring verkeren en ons land hiermee tot de slechtste leerlingen van de Europese klas behoren.

België heeft nog tot eind deze maand tijd om te reageren op die officiële ingebrekestelling. Doet België dat niet of is het antwoord ontoereikend, dan kan de Europese Commissie een met reden omkleed advies sturen, dit is een formeel verzoek om te voldoen aan het Europese Unie recht met als ultiem drukkingsmiddel een nieuwe procedure van niet nakoming voor het Hof van Justitie.

Naast de lopende inbreukprocedures inzake nitraatverontreiniging kwam het Belgische waterbeheer begin dit jaar nog twee maal in het Europese vizier.

De eerste procedure gaat over de herziene Drinkwaterrichtlijn, die uiterlijk op 12 januari 2023 omgezet had moeten worden in nationale wetgeving. Samen met twintig andere lidstaten deed België dat tot op heden nog niet. Vlaanderen deed dit inmiddels met het Besluit van 20 januari 2023 over de kwaliteit, kwantiteit en levering van water bestemd voor menselijke consumptie. Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deden dit tot op heden nog niet.

De Drinkwaterrichtlijn bevat bijgewerkte veiligheidsnormen, een methodologie om kwaliteitsrisico’s in de hele waterleidingketen te identificeren en te beheren, voorziet in een ‘wachtlijst’ van opkomende stoffen en introduceert conformiteitsbepalingen voor producten die in contact met drinkwater worden gebruikt. De herziene richtlijn pakt daarnaast waterlekkages aan, met in het achterhoofd het feit dat in de Europese Unie nu gemiddeld 23% van het gezuiverde drinkwater verloren gaat tijdens de distributie.

Daarnaast besloot de Europese Commissie om tegen België een inbreukprocedure op te starten, omdat  België heeft nagelaten al zijn stroomgebiedsbeheerplannen en overstromingsrisicobeheerplannen tijdig te herzien, goed te keuren en te rapporteren. Deze verplichtingen vinden hun oorsprong in de Kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. Vlaanderen deed dit ondertussen in 2022. Het Waalse “Plans de gestion des Districts Hydrographiques” bevindt zich daarentegen nog in de fase van het openbaar onderzoek, dit tot en met 2 mei 2023.

De voorbije jaren werden meer dan 85% van de inbreukprocedures opgelost vóór een verwijzing naar het Hof van Justitie.

Hoewel de meeste zaken opgelost worden zonder dat een uitspraak van het Europees Hof van Justitie moet tussenkomen, is de kans reëel dat een veroordeling voor België volgt. Vooral in de aanslepende nitraatproblematiek zullen serieuze inspanningen van de Belgische autoriteiten vereist zijn voordat nog maar sprake kan zijn van een positieve kentering.

In maart 2023 raakten de Vlaamse natuur-, landbouw- en milieuorganisaties het alvast wel eens over een nieuw mestactieplan. Ook de Waalse Regering keurde in februari van dit jaar de vierde versie van het actieprogramma goed. Dit gebeurde echter laattijdig, zodat een voorleiding voor het Europees Hof van Justitie niet kon vermeden worden.

De vraag blijft bovendien of deze nieuwe actieplannen aan de vereisten van de Nitraatrichtlijn zullen voldoen en de nodige verbetering van de waterkwaliteit kunnen garanderen. De goedgekeurde plannen zullen nu afgetoetst worden bij de Europese Commissie waarna op termijn de omzetting naar wetgeving kan volgen.

Sancties en de repercussies voor onze lokale besturen?

Voldoen de actieplannen niet, kunnen naast een veroordeling ook boetes of dwangsommen volgen. Ook de steden en gemeenten zouden indirect in het vaarwater van de Europese boetes en dwangsommen terecht kunnen komen. Gelet op de bevoegdheden inzake waterbeheer in hoofde van gemeenten gekoppeld aan de rechtstreekse werking van richtlijnen en het unierecht, stelt zich de vraag naar een mogelijk verhaal van de boetes op hen en hoe dit zo goed mogelijk beperkt kan worden. Het is aangewezen voor lokale besturen om zich in het raam van hun bevoegdheden onmiddellijk en proactief te conformeren aan de Europeesrechtelijke verplichtingen en dit te vertalen in concrete acties en vergunningenbeleid zodat de spreekwoordelijke zwarte piet niet bij hen terecht komt. Bene diagnoscitur, bene curatur.

 

Wordt vervolgd maar een schoonheidsprijs verdient het Belgisch waterbeheer alvast allerminst.