Burgemeester, is uw gemeente op peil met groenblauw?

We kunnen terugblikken op een succesvolle VLARIO-dag met ruim 860 aanwezigen. Het thema dit jaar was: Burgemeester, is uw gemeente op peil met groenblauw?

Samenvatting

Minister Zuhal Demir opende de VLARIO-dag 2021 en feliciteerde de organisatie met de grote opkomst en het boeiende programma. De minister herinnerde de aanwezigen aan de grote uitdagingen die de klimaatverandering brengt voor de watersector: droge zomers, intense regenbuien, hittegolven,…. Ze benadrukte dan ook de noodzaak om ons aan te passen en situeerde de Blue Deal binnen dat adaptatiebeleid. Met de Blue Deal wil de Vlaamse Regering immers komen tot een hogere waterbeschikbaarheid en efficiënter watergebruik. Voor de hogere waterbeschikbaarheid is het herstel van infiltratie en natte natuur prioritair om te zorgen voor meer klimaatbuffers.

De lokale besturen zijn volgens de minister cruciale partners in dit beleid, en de minister verwees dan ook naar de vele instrumenten binnen de Blue Deal die mikken op samenwerking met en ondersteuning van de lokale besturen zoals de verschillende projectoproepen en de opmaak en uitwerking van de hemelwater- en droogteplannen.

Ze herinnerde eraan dat de hervorming van de watersector nog op de agenda staat, en dat die mee zou moeten zorgen voor een beperking van de doorlooptijden. Daarnaast was ze ook verheugd dat het groenblauwpeil werd gelanceerd om meer burgers te betrekken bij het beleid en hen te sensibiliseren en informeren.

De minister eindigde met een oproep aan de aanwezigen om de groeiende uitdagingen aan te pakken door de kansen te omarmen. Ze vroeg daarbij aan de lokale besturen om meer ruimte te voorzien voor water, om meer innovatie in te zetten, beter samen te werken en vooral: om in actie te treden.

Steven Van den Broeck van de Vlaamse Milieumaatschappij heeft getoond hoe de Europese doelstellingen concreet worden door vertaald naar haalbare reductiedoelen voor de rioolbeheerders. Met het voorliggende plan willen we naar 91% zuiveringsgraad gaan, maar hiervoor zal de sector extra middelen nodig hebben als we die doelen ook effectief willen realiseren.

Vincent Wolfs, voorzitter van Werkgroep 2&3 van VLARIO heeft het groenblauwpeil voorgesteld en alle deelnemers van de VLARIO-dag uitgenodigd om deze tool te gebruiken.  VLARIO, de Vlaamse Confederatie Bouw en het Departement Omgeving hebben dit instrument samen ontwikkeld waarmee iedereen kan nagaan hoe een woning of perceel scoort op blauwe en groene elementen. Deze online tool kan met concrete tips ook helpen om een perceel klimaatbestendiger te maken (www.groenblauwpeil.be).

In het gesprek tussen Professor Patrick Willems (voorzitter VLARIO) en Victor Dries (kabinet minister Demir) was het eerste gespreksonderwerp ontharding en groenblauwe inrichting, naar aanleiding van de discussies over de (onwettig) verharde voortuinen in Lier. De burgemeester van Lier aldaar benadrukte in een filmpje de nood aan handhaving van de regels, maar ook de ambitie om te werken aan een structureel ruimtelijk transformatietraject, in samenwerking met de bewoners.

Professor Willems benadrukte de noodzaak om meer water te infiltreren en dat liefst zo dicht mogelijk bij de bron, en op een natuurlijke manier. Vergroening van de (openbare) ruimte biedt immers het meeste mogelijkheden om ‘werk met werk’ te maken en stappen vooruit te zetten inzake biodiversiteit, creëren van schaduw, tegengaan van de hittestress, verbeteren van de luchtkwaliteit en vooral: het creëren van een aantrekkelijke leefomgeving voor de bewoners.

Victor Dries drukte zijn appreciatie uit voor de daadkracht van de burgemeester. Het is belangrijk dat lokale besturen de uitdagingen aanpakken. Hemelwater- en droogteplannen mogen geen afvinklijstjes worden, maar zouden moeten leiden tot samenwerkingen met de actoren. De uiteindelijke ambitie mag daar hoog liggen – een uitgangspunt zoals  ‘geen druppel verlaat het grondgebied’ kan zorgen voor meer creatieve oplossingen.

Volgens Professor Willems is zo’n ambitie niet alleen nodig, maar ook technisch haalbaar en bestaan er tal van goede voorbeelden waarbij ontwerpers invulling geven aan zulke doelstellingen (bv. www.blauwgroenvlaanderen.be). Victor Dries benadrukte dat er veel stimulerende instrumenten zijn in de Blue Deal – die moeten vooral ingezet worden om ambitieuze leertrajecten te ondersteunen, waarvan de resultaten dan breder toegepast kunnen worden. Ook de regelgeving zal aangepast worden. Er zullen meer verplichtingen en incentives komen op dit vlak. Hij kijkt uit naar de resultaten van het denkwerk over de infiltratiebonus. Tegelijk wil het kabinet ook kijken waar bestaande regelgeving in de weg staat van creatieve oplossingen. Victor Dries wees uitdrukkelijk op de nood om verdienmodellen te creëren voor grijswater- en hemelwatergebruik, en verwelkomt alle suggesties die daaraan kunnen bijdragen.

Een tweede gespreksonderwerp was het circulair watergebruik, ingeleid door de burgemeester van Ledegem, die wees op de positieve ervaringen met decentrale waterzuivering door plantenfilters en pleitte voor meer flexibiliteit bij subsidiëring van zulke initiatieven.

Professor Willems duidde de noodzaak om veel meer in te zetten op circulair watergebruik. Vlaanderen heeft een lage waterbeschikbaarheid en we komen dan ook snel in de problemen tijdens lange periodes van droogte – er is dan simpelweg te weinig water voor de behoeften. De professor ziet twee belangrijke pistes: meer hemelwater bijhouden en meer water hergebruiken.

Victor Dries sloot aan met de boodschap dat water te kostbaar is om er ‘lineair’ mee om te gaan. Hij herinnerde eraan dat er veel is ingezet op individuele regenwateropvang, en ziet dus vooral perspectief in opschaling en samenwerking: collectieve opvang, gekoppelde buffers en decentrale opzuivering kunnen zorgen voor meer hergebruik op een rendabele manier. Ook voor het hergebruik van afvalwater zijn er tal van opportuniteiten, zoals veel bedrijven aantonen.

Wat betreft de technische haalbaarheid wees professor Willems op de grootteordes inzake waterverbruik in Vlaanderen. Uit de waterbalans blijkt dat de totale watervraag in Vlaanderen ongeveer 900 miljoen m³ per jaar bedraagt. De hoeveelheid regenwater die wordt afgevoerd via de riolering, bedraagt 300 tot 400 miljoen m³ per jaar. Het effluent van de RWZI’s is ongeveer 800 miljoen m³ per jaar. Er zijn dus  opportuniteiten, maar ze zijn niet altijd evident, om technische of economische redenen. Hij wees ook op de noodzaak om voldoende water te blijven voorzien voor de beken en rivieren zelf, de zogenaamde e-flows.

Victor Dries wees op de grote rol van de lokale besturen in deze. De individuele verplichtingen inzake hemelwater kunnen in veel gevallen beter overgedragen worden en gebundeld in grotere projecten die een hogere efficiëntie bereiken. Hij zag veel goede initiatieven bij lokale besturen en wees op de grote hefbomen die deze besturen hebben als vergunningverlenende overheid: de steden en gemeenten hebben veel instrumenten in handen, maar daardoor ook een grote verantwoordelijkheid.

Professor Willems benadrukte ook het verbeterpotentieel bij bronbemalingen, waarvan volgens ramingen 80-90% nog steeds naar de riolering zou gaan. Water retourneren blijft de eerste optie, het water ter beschikking stellen voor lokaal hergebruik kan interessant zijn, maar als het om beperkte volumes gaat en de overloop van de buffer op de riolering aangesloten blijft, is het een maat voor niets.

Als afsluiter van dit onderdeel werd ook het belang van innovatie aangehaald. Victor Dries herinnerde aan de oproep groenblauwe dooradering waarin 15 miljoen euro subsidie voorzien is, en waarvoor de lat hoog zou worden gelegd omdat men vooral wil inzetten op projecten waarvan veel kan geleerd worden. Een oproep voor kleinere projecten zal volgen. Naar aanleiding van de oproep van de burgemeester, wees professor Willems ook op de vele innovaties op het vlak van decentrale zuivering – dat biedt potentieel in het versnipperde Vlaanderen. Victor Dries benadrukte ook de nood aan investeringen in innovatie door de bedrijven zelf, omdat zij ook voor een groot deel de economische risico’s van watertekorten dragen. Hij benadrukte het belang van partnerships.

Het derde gespreksonderwerp handelde over de doorlooptijden van projecten en de financiële steun voor steden en gemeenten. De burgemeester van Zemst wees er in haar bijdrage op dat de huidige doorlooptijden niet te verantwoorden zijn en vroeg om acties om dit probleem aan te pakken.

Op de vraag of er meer toezicht moet komen op de besteding van de middelen uit de saneringsbijdragen door de gemeenten en intercommunales, herinnerde Victor Dries aan de opdracht uit het regeerakkoord om in te zetten op responsabilisering, door meer te focussen op doelstellingen en minder op voorschriften. Dat moet leiden tot meer vrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid. De besteding van het geld van de belastingbetaler moet leiden tot investeringen in zuiver water, waarbij transparantie – en dus toezicht –noodzakelijk is.

Professor Willems adviseerde de gemeenten om vooral geen enkele kans verloren te laten gaan. Projecten bieden opportuniteiten om meer waterrobuust te worden, en die moeten meer gegrepen worden. De ambitie mag en moet daarbij hoger: 95% van het regenwater hergebruiken of infiltreren is haalbaar en zorgt ervoor dat enkel nog water wordt afgevoerd tijdens zeer intense buien. Kansen zouden systematisch moeten worden gegrepen, en door een budgettaire spreiding in de tijd en cofinanciering kan de haalbaarheid gegarandeerd worden.

Victor Dries herinnerde aan de initiatieven om de coördinatie tussen de bovenbouw en onderbouw te verbeteren. De samenwerking met andere partijen moet verder verbeteren en daar wordt aan gewerkt. Aquafin heeft de opdracht gekregen om als ‘matchmaker’ op te treden. Hij vroeg echter ook om meer creatief te denken en zich niet blind te staren op de koppeling met de bovenbouw. Als duidelijk is dat de wegbeheerder de komende decennia geen plannen heeft, kan gekeken worden naar decentrale oplossingen zoals in Ledegem.

Als slotboodschap vroeg Victor Dries aan de sector om meer ambitie aan de dag te leggen, te durven dromen en het technologisch potentieel dat er is, in samenwerking met partners in de praktijk te brengen. Professor Willems herhaalde de oproep om geen enkele kans verloren te laten gaan: door nu slim te investeren in waterrobuustheid, kunnen we veel voordelen boeken.

Na de pauze werd er dieper ingegaan op de uitdagingen voor de lokale besturen inzake de opmaak van de hemelwater- en droogteplannen enerzijds en het assetmanagement anderzijds. De voorbije jaren is het inzicht gegroeid dat we anders moeten omgaan met ons hemelwater. Een hemelwater- en droogteplan met een integrale visie over waar en hoe we het hemelwater in een gebied zoveel mogelijk ter plaatse infiltreren of hergebruiken, bufferen en pas als laatste stap vertraagd afvoeren, draagt hiertoe bij. De Blue Deal stelt dat een gemeente vanaf 2024 enkel nog toegang heeft tot watergerelateerde subsidies als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan. Om gemeentebesturen hierbij te ondersteunen heeft de CIW een blauwdruk uitgewerkt die op de VLARIO-dag in primeur werd voorgesteld door Kathleen Van Dorslaer van de provincie Antwerpen en lid van de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP). Deze blauwdruk geeft verduidelijking bij de inhoud van een hemelwater- en droogteplan, het te doorlopen proces voor de opmaak en goedkeuring ervan en de doorwerking naar het lokale beleid en initiatieven op het terrein. Ook inspirerende goede praktijken komen aan bod.

Daarna was het woord aan Danny Verhulst als voorzitter van de Werkgroep Asset Management van VLARIO. Tegen 2027 moeten de verschillende gemeentes en rioolbeheerders duidelijke stappen in Asset Management gezet hebben. Een belangrijke verplichting in deze is het toekennen van de nodige risicoprofielen aan de rioleringen en het opmaken van een eerste inspectieplan. Met dit inspectieplan moet tegen 2027 zo’n 40% van het rioleringsnetwerk in Vlaanderen een (voor)inspectie gekregen hebben. Hiervoor werden minimale normen en standaarden opgesteld die als leidraad moeten dienen.

Tot slot gaf Carl Verelst als voorzitter van de Werkgroep Projectmanagement een antwoord op de vraag: “Krijg ik een riolerings-en infrastructuurproject deze legislatuur nog gerealiseerd?”. Dit is een onderwerp dat al enkele jaren op de agenda van de VLARIO-dag staat omdat iedereen ervan overtuigd is dat deze doorlooptijden echt wel ingekort kunnen en moeten worden. Hij gaf enkele voorbeelden waaruit blijkt dat we al stappen in de goede richting hebben gezet, maar we zijn er zeker nog niet. Daarom zal de Werkgroep Projectmanagement de vinger aan de pols blijven houden en deze thematiek van kortbij opvolgen. Hij concludeerde dat we allemaal samen in de mooiste sector werken met heel zichtbare resultaten en waar we fier op zijn en moeten blijven. Laat ons er dan ook alles aan doen dat onze opvolgers dat met even veel plezier en overgave kunnen blijven doen.

Nadien volgde nog de uitreiking voor de VLARIO-innovatieprijs in de categorieën VISIE&CONCEPT en TECHNOLOGIE. Nadat de genomineerden hun innovatie konden voorstellen aan het publiek konden de deelnemers zelf stemmen wie de VLARIO-innovatieprijs 2021 wint.

De winnaars zijn:

  • Voor de categorie visie/concept: Pilootproject klimaatrobuuste Marnixwijk door Aquafin en Gemeente Overijse
  • Voor de categorie technologie: Thiotube uit Thiocrete (circulaire zwavelbeton) door De Bonte Group / Thio Materials

 

We blikken terug op een goede editie met een record aantal deelnemers en een fijn weerzien met onze leden na elkaar lange tijd niet meer gezien te mogen hebben en hopen dat iedereen er evenveel van genoten heeft als ons. Volgend jaar keren we terug naar ons normaal patroon en zal de VLARIO-dag doorgaan op dinsdag 29 maart. Noteer deze datum alvast in uw agenda.

 

Presentaties

U kan de presentatie downloaden tot 15 oktober. U kan steeds alle presentaties van de voorbije VLARIO-dagen terug vinden op het ledengedeelte van VLARIO.

Alle presentaties Vlario-dag 2021

 

Foto’s